Flexwhere voor Desktop kan verschillende omgevingen en attributen uitlezen voor informatie. Deze informatie wordt o.a. gebruik om de gebruikersnaam in Flexwhere te kunnen tonen.
De volgende omgevingen/attributen kunnen door Flexwhere worden uitgelezen:
- Citrix;
- VMware;
- VMwareMAC;
- Windows;
- Mac iOS;
- Registry;
- User Principal Name (UPN);
- MAC-adres;
- Remote Desktop Protocol (RDP).
De volgende omgevingen/attributen hebben betrekking op devices.
Type | Opmerking |
Citrix | 1. HKEY_LOCAL_MACHINE\SOFTWARE\CITRIX\ICA\session\<SessionID>\connection\ClientName 2. HKEY_LOCAL_MACHINE\SOFTWARE\Citrix\ICA\session\ClientName |
VMware | 1. HKEY_CURRENT_USER\Volatile Environment\ViewClient_Machine_Name 2. HKEY_CURRENT_USER\Volatile Environment\<SessionID>\ViewClient_Machine_Name |
VMwaremac | 1. HKEY_CURRENT_USER\Volatile Environment\ViewClient_MAC_Address 2. HKEY_CURRENT_USER\Volatile Environment\<SessionID>\ViewClient_MAC_Address |
Windows | HKEY_LOCAL_MACHINE\SYSTEM\CurrentControlSet\Control\ComputerName\ ActiveComputerName\ComputerName |
MAC-adres | MAC-adressen van zowel laptops, PC’s en docking stations kunnen worden toegevoegd. In de instellingen in het Control Centrum kan je een prefix invoeren. Geef een zo lang mogelijke prefix op voor betere performance |
Registry | Is beschikbaar voor uitzonderlijke situaties |
RDP | – |
De volgende omgevingen/attributen hebben betrekking op gebruikers.
Type | Opmerking |
Citrix | HKEY_LOCAL_MACHINE\SOFTWARE\CITRIX\ICA\session\<SessionID>\connection\UserName |
VMware | HKEY_CURRENT_USER\Volatile Environment\ViewClient_Broker_UserName |
VMwaremac | HKEY_CURRENT_USER\Volatile Environment\ViewClient_Broker_UserName |
Windows | HKEY_CURRENT_USER\Volatile Environment\USERNAME |
Registry | Is beschikbaar voor uitzonderlijke situaties |
UPN | whoami /upn |
RDP | – |